Context(Bouw)historie:In de Middeleeuwen was Nuland onderdeel van het Kwartier van Maasland van de Meierij van 's-Hertogenbosch. Later vormde Nuland met Geffen een heerlijkheid, die in de periode 1505-1638 in het bezit was van de familie Van Vladeracken. Jan van Vladeracken bouwde een kasteel aan de Singel omstreeks 1500, direct ten noorden van de kern van Nuland. Het was een rond kasteel dat in de Franse tijd verwoest werd. Een ronding in de Singel, direct ten zuiden van de spoorbaan herinnert hier nog aan, evenals de naam van de hoeve: "Vladeracken".Het grondgebied van Nuland werd regelmatig getroffen door ernstige overstromingen, bijvoorbeeld nog in 1876 en 1880. Tijdens de bevrijding heeft het dorp erg geleden. Het werd tijdens de Operatie Market Garden eerst door de geallieerden en later door de Duitsers beschoten. Op 22 oktober 1944 werd de aanval op 's-Hertogenbosch ingezet en werd Nuland bevrijd door de 53e (Welshe) Infanteriedivisie. Op 27 oktober kwam ook 's-Hertogenbosch in handen van de geallieerden. Tot 1993 was Nuland een zelfstandige gemeente. Op 1 januari 1993 zijn Nuland, Geffen en Vinkel samengevoegd tot de gemeente Maasdonk. Nuland ging op 1 januari 2015 op in de gemeente 's-Hertogenbosch. De boerderij Papendijk 6 werd in het kader van de wederopbouw in 1948 gebouwd aan de zuidwestelijke zijde van de kruising van de Papendijk met de Hoolstraat. De bouw geschiedde in opdracht van eigenaar A. van Krieken. Architecten A. Driessen en Jac. M. van den Bosch waren verantwoordelijk voor het ontwerp. Beiden waren actief in de regio, met name in de naoorlogse periode. Na de verwoesting van de oude boerderij, die globaal ter plaatse van de huidige boerderij stond, was het westelijke deel van de huidige schuur als noodwoning in gebruik. Met het gereed komen van de boerderij werd deze noodwoning tot varkensstal omgevormd. Korte tijd later werd dit bouwdeel al uitgebreid tot de huidige L-vormige opzet. Al in 1949 werd de dorsruimte in deze uitbreiding omgevormd tot koestal, waarbij ook de dubbele deeldeuren in de oostgevel werden toegevoegd. De boerderij is vormgegeven in de trant van de Delftse School. Karakteristiek is de traditionalistische opzet met zorgvuldig gemetselde gevels en een met keramische pannen gedekte kap. Het traditioneel-rustieke karakter wordt versterkt door de roedenverdeling van de ramen en de wolfeinden van de kap. Een opvallend detail is het in de kap (ter plaatse van de rechter zijgevel) doorgestoken hooiluik. Zowel de boerderij als de schuur hebben in de loop der tijd enkel op detailniveau wijzigingen ondergaan. Daarbij kwam deels de roedenverdeling van de vensters in de voorgevel van de boerderij te vervallen. Ligging:De boerderij is vrijstaand gelegen op een ruim perceel in het buitengebied, even ten oosten van de kern van Nuland, in het buurtschap Schotsheuvel. Het boerderijcomplex ligt op de zuidwestelijke hoek van de kruising van de Papendijk met de Hoolstraat. De boerderij ligt evenwijdig aan de Papendijk met de voorgevel gericht naar de Hoolstraat. De schuur is op de Hoolstraat gericht en staat iets gedraaid ten opzichte van de boerderij. | 2 |
BeschrijvingAlgemeen (hoofdvorm, kap):De kortgevelboerderij met krimp heeft een rechthoekige plattegrond. Het pand omvat één bouwlaag en een zolder onder een zadeldak met wolfeinden, gedekt met rode muldenpannen. Rechts onder het woongedeelte een kelder. Op de nok van het dak, ter plaatse van de scheidingsmuur tussen het woongedeelte en het bedrijfsgedeelte, een bakstenen schoorsteen.In het dakvlak boven de rechter zijgevel, ter plaatse van het bedrijfsgedeelte een door de goot stekend dakhuisje met hijsluik onder zadeldakje. De gevels zijn opgetrokken in baksteen in halfsteens verband. Het trasraam wordt door een band met sober siermetselwerk gescheiden van het bovenliggende metselwerk. Verder worden de gevels afgesloten door subtiel maar sober siermetselwerk. De gevelopeningen bevatten houten invullingen die her en der zijn gewijzigd. Onder de vensters bakstenen lekdorpels, erboven een steens rollaag. De stalvensters bevatten betonnen invullingen. | 3 |
Ook de gevels van de even ten zuiden van de boerderij gelegen schuur zijn opgetrokken in baksteen (kruisverband). De gevels zijn grotendeels wit geschilderd. Deze schuur heeft een L-vormige plattegrond en een samengestelde kap gedekt met muldenpannen. De toegangen bevatten houten invullingen. De stalvensters bevatten betonnen en ijzeren invullingen. Een deel van het gebouwtje wordt gestut.Voorgevel:Centraal in deze als afgeknotte topgevel uitgevoerde voorgevel bevindt zich de formele entree van de woning. Deze bevat een houten strokendeur met klein raampje en een driedelig bovenlicht. Rechts van deze ingang een venster met kunststof invulling.Links eveneens een venster met gewijzigde kunststof invulling. De oorspronkelijke houten luiken zijn bij beide vensters niet meer aanwezig. Boven het rechter venster een gevelsteen met in reliëf het jaartal 1948 en een klimmende leeuw boven vuur (verwijzend naar de bouw in de periode van de wederopbouw). Ter hoogte van de zolderverdieping twee vensters met de oorspronkelijke houten invullingen, stolpramen met roede. Boven alle openingen in deze gevel is een rollaag uitgevoerd. Hierboven is ter plaatse van de openingen in de begane grond ook nog een ontlastingsboog gemetseld. De voorgevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een rollaag die de vorm van de kap volgt. Rechts en links onder de dakrand iets uitkragend metselwerk . Zijgevels:De rechter zijgevel (noord) bevat links, ter plaatse van het woongedeelte, een klein getoogd venster met enkelruits valraam.Rechts hiervan een ingang met houten deur met 4-ruits raam en een 2-ruits bovenlicht. Deze ingang is aan de rechterzijde gekoppeld aan een venster met 4-ruits raam en een 2-ruits bovenlicht. Rechts van deze opening wederom een klein getoogd venster met valraam. Verder naar rechts in de gevel, ter plaatse van het bedrijfsgedeelte, twee getoogde toegangen met houten strokendeur en daartussen drie getoogde stalvensters met 4-ruits betonnen stalramen. Boven het middelste stalvenster een door de dakrand stekend houten dakhuisje met hijsopening en houten luiken. Deze zijgevel wordt afgesloten | 4 |
door een band met sober decoratief metselwerk. Tegen de gevel, rechts van de ingang met gekoppeld vensters, is een bakstenen bak / bergplaats met deksel uitgevoerd. Mogelijk werd dit gebruikt als melkkoeler. De linker zijgevel (zuid) is uitgevoerd met krimp. Het woonhuis is hier smaller dan het achterliggende bedrijfsgedeelte. Ter plaatse van het woonhuis (links) bevat deze gevel een venster met een nieuwe kunststof invulling. De oorspronkelijke houten luiken zijn niet meer aanwezig. Ter plaatse van het bedrijfsgedeelte bevat deze gevel een getoogde ingang met houten strokendeur en vervolgens zes getoogde stalvensters met 6-ruits betonnen stalramen. Deze zijgevel wordt afgesloten door een band met sober decoratief metselwerk. Achtergevel:De achtergevel van de boerderij bevat links een grote rondboog deeltoegang met houten strokendeuren. Rechts hiervan twee getoogde toegangen met houten strokendeur. Geheel boven in deze afgeknotte gevel drie ronde ventilatieopeningen. Net als de voorgevel wordt ook deze achtergevel, waarvan het metselwerk rechts en links iets uitkraagt, afgesloten door een rollaag die de vorm van de kap volgt.Ruimtelijke indeling:In de oorspronkelijke opzet zoals weergegeven op de bouwtekening uit 1947 heeft de boerderij een traditionele opzet, met een als woonhuis bestemd voorhuis met een aangrenzend bedrijfsgedeelte. In dit voorhuis centraal tegen de voorgevel een kleine hal, van waaruit respectievelijk rechts en links de slaapkamer en de woonkamer toegankelijk zijn. De slaapkamer wordt door een haaks tegen de rechter zijgevel geplaatst | 5 |
trappenhuis gescheiden van de (spoel)keuken. Een brandmuur scheidt de woonkamer en de keuken van het achterliggende bedrijfsgedeelte. Dit bedrijfsgedeelte omvat in de oorspronkelijke opzet een koestal (links) en een paardenstal en deel (rechts).Constructies:De boerderij heeft een traditionele bouw waarbij ook gebruik is gemaakt van voor die tijd moderne technieken en materialen, zoals spouwmuren, betonnen vloeren (kelder en bedrijfsgedeelte) en een holle bakstenenvloer ter plaatse van de zolder boven het bedrijfsgedeelte. In de woning werden dan juist weer vooral houten balklagen toegepast.De kap is een Hollands spant met kreupele stijlen met makelaar en trekplaten. Interieurelementen:Het interieur is niet bezocht. Mogelijk zijn er nog interieurelementen en interieurafwerkingen uit de bouwtijd aanwezig.Erf, bijgebouwen, diversen:Van de op het erf aanwezige bijgebouwen is alleen de even ten zuiden van de boerderij gesitueerde L-vormige schuur noemenswaardig. Niet alle gevels van deze schuur zijn zichtbaar vanaf de openbare weg.Deze (deels) in de periode 1948-1949 tot stand gekomen eenlaags schuur heeft een sterk samengesteld karakter. De gevelopeningen bevatten her en der betonnen stalramen, maar ook kleine ijzeren stalramen. In de zuidelijke topgevel is tevens een zolderluik aanwezig. De in de oostgevel aanwezige houten deuren zijn in 1949 aangebracht, toen de functie van koestal in dit gedeelte werd gewijzigd naar dorsruimte. Rechts van deze deuren is de gevel gestut. | 6 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenDe boerderij Papendijk 6 heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de prominente hoekligging aan de kruising van de Papendijk met de Hoolstraat, in het buitengebied even ten oosten van de kern van Nuland. Het pand vormt door zijn nog gave karakteristieke traditionele vormgeving en opzet een zeer beeldbepalend element aan dit deel van de Papendijk. Tezamen met het bijbehorende erf voegt de boerderij zich op een harmonieuze wijze naar het nog grotendeels door bouwland gekenmerkte buitengebied van het dorp Nuland.De oorspronkelijke naoorlogse opzet, vormgeving en detaillering van de boerderij bleven goed behouden. Hierin is architectonische waarde gelegen. 2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenDe in 1948 door de architecten A. Driessen en J.M. van den Bosch gebouwde boerderij heeft architectuurhistorische waarde als een voor zover uitwendig zichtbaar goed en vrij gaaf bewaard gebleven voorbeeld van agrarische architectuur uit de periode van de Wederopbouw. Karakteristiek voor deze in de trant van de Delftse School uitgevoerde boerderij is de traditionalistische vormgeving als een zogeheten kortgevelboerderij met sobere, maar verzorgd gedetailleerde gemetselde gevels, afgewolfde daken, (deels nog) van roedenverdeling voorziene ramen en een in de kap doorgestoken hooiluikopening. Architecten Driessen en Van den Bosch waren zeer actief in de regio en verantwoordelijk voor diverse in het kader van de wederopbouw gerealiseerde objecten, waaronder ook verschillende boerderijen.3. Cultuurhistorische waardenHet bouwwerk heeft cultuurhistorische waarde als een markant voorbeeld van de naoorlogse agrarische bouwkunst in de gemeente ’s-Hertogenbosch. In de opzet als een kortgevelboerderij met een woongedeelte en bedrijfsgedeelte onder één kap weerspiegelt zich de ideeën over boerderijbouw in de wederopbouwperiode.Als een voorbeeld van wederopbouwarchitectuur vormt het object een illustratie van de historie van het dorp Nuland waar op het einde van de oorlog zware gevechten plaatsvonden en na de bevrijding diverse herstel- en nieuwbouwprojecten werden uitgevoerd. Een deel van de huidige schuur fungeerde gedurende een korte periode in WO II als noodwoning. Het object Papendijk 6 te Nuland, bestaande uit een wederopbouwboerderij uit 1948, is op basis van bovenstaande criteria beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente ’s-Hertogenbosch (de L-vormige schuur maakt geen onderdeel uit van de bescherming – collegebesluit met reg.nr. 8701326, d.d. 12 november 2019). | 7 |